F


f. afk filia, fils, dochter, zoon
f. afk. folio, op het blad van het register
f. f. afk. firmlinge, vormelingen
f.l. afk. filia / filius legitima, wettelijk (erkende) zoon /dochter
f.r. afk. folio recto, op de voorzijde van het blad
f.v. afk. folio verso, op de achterkant van het blad
f'ijseltie en stamper vijzelpot met stamper
fa, afk. met boven de a een C, filia, meisje
fa. afk. huw. akte, Familienaam
fa. afk. filia, dochter, meisje
faal fout, gebrek
faalgrepen misstappen
faam gerucht
faas dwarsbalk
faasgewijs figuren staan naast elkaar
fabel verhaal over dieren waarin een levensles is opgenomen
fabele een klucht
faber smid
faber armorum wapensmid
faber cupri kopersmid
faber ferramentarius hoefsmid
faber ferrarius smid
faber grossarius grof ijzersmid
faber laminarius blikslager
faber lignarius timmerman, meubelmaker
fabrica ecclesiae kerkfabriek, de kas voor de bouw, versiering of herstellen van een kerkgebouw
fabricateur vervalser
fabricator ligneorum cal icorum fabrikant van houten bekers
fabriceren versieren, verdichten, timmeren
fabriek bouw - en onderhoudsdienst
fabriekmeester stadsbouwmeester
fabrijc kerkfabriek, de kas voor de bouw, versiering of herstellen van een kerkgebouw
fabrijckmeester zie fabriekmeester
fabrijk bouwmeester, roi-meester ?, opzichter
fabrike werkplaats
fabritius smid
fabuleus beuzelachtig
fabuliste fabeldichter
faceneren betoveren
facete boertig
facetieux boertig, boerachtig, geneugelijk?
facie ecclesiae ten overstaan van de kerk
facifer fakkeldrager
facil ligt
faciliteit lichtigheid?, tegemoetkoming
faciliteren het werk verlichten, gemakkelijker maken
facillemt afk. Facilleme?
facit maakt, is. (bij rekenen, is totaal)
facit het slot van de rekening, maakt, doet, bedraagt samen
facit (1590) hij heeft dit gemaakt in (1590)
facit in capitaell in totaal
factas afkomstig van
facteur die de zaken van een ander drijft, bewindhebber, ook de maker van iets
factie het samenrotting ( samenscholen), kliek, agerende groep, meute
factieus oproerig
factionnaire schildwacht
factis tribus (consuetis) proclamationibus na de drie (gebruikelijke) huwelijksafkondigingen
factis tribus bannis proclamationibus na de drie huwelijksafkondigingen
facto dood, de daad
factoor agent van buitenlands handelshuis, ook tussenpersoon, zaakgelastigde
factor cordarum koordendraaier
factum pamflet, voorval gebeurtenis, geschrift waarop het verschil van mening is beschreven en waarop de aanspraak steunt
factus est dominus 1e zondag na Drievuldigheid
faculteit faculteit, vermogen, vermogendheid, macht om iets te doen of te laten
facunde welsprekendheid
faeantjer veenboer
faelge gebrek, nederlaag lijden
faelge sluier, mantel
faelgeren in gebreken blijven, niet nakomen ook gebrek, feil, fout
faelgiert vals
faendrich vaandrig, militaire rang
faerge spelt of rogge
faesche rechter schuinbalk in de heraldiek
fagerijn voddenhandelaar, handelaar in tweedehands goederen
fagoot takkenbos
faict een werk of daad
faïencerie aardewerkfabriek
faïencier plateelbakker
failgieren missen
failleren in gebreke blijven
faire les foins hooien
faiseur oplichter
faist afk. faisant, doende
fakkel heraldiekteken, brandende toorts
fakken verwerven, pakken, grijpen
falcarius sikkelsmid, handelaar in sikkels
ook magere Hein, man met de zeis
Falchenberg Oud - Valkenburg
falcidia portio het vierendeel van de erfenis dat de erfgenaam vermag af te trekken die met al te veel legaten bezwaard is
falcidie afkorting, afsnijding
falcoburgensis van Valkenburg
falconarius valkenier
fali hoofddoek, ook een damesmantel
faliant in gebreke blijvend persoon
falie sluier, mantel
falievanten dijk of wal afschuinen
falivouwen mooipraten
faljeren missen, gebreken
fallacie bedrog
fallant hij die niet voor de rechter verschijnt na oproep
fallatie valsheid, bedrieglijkheid
falsaris een bedrieger, die valse instrumenten maakt
faluyrt waard zijn
faly, falie hoofddoek,
ook een damesmantel
fame gerucht, openbaar gerucht
fameeren beschuldigd door een gerucht
famella dienstmeisje
famellus knecht, bediende
fameus berucht, bekent, ruchtbaar
fameus libel een faamrovend geschrift
familia alle personen die in een huis woonden, ook het dienstpersoneel,
later voor alleen de gezinsleden
familia defuncta uitgestorven familie
familiaria bezittingen van (de)een familie
familie de engste levensgemeenschap.
dus vader, moeder en de kinderen
familietrek gelijkenis van familieleden onder elkaar, ook figuurlijk
famula dienstmaagd, dienstmeisje
famulus knecht, bediende, schildknaap
ook leerling, hulp, bediende
fänger gerechtsdienaar
fant visverkoper langs de deur
fant landloper,
fantasie inbeelding, eigenzinnigheid
fantassin infanterist, voetknecht
fantastijk eigenzinnig, bijzinnig, vies, zwaarmoedig
fantin landloopster
farcher varkenshandelaar
fardeel baal, pak, doos
fardegalijn hoepel voor in een ruimvallende damesrok
fardegardijn zie fardegalijn
fariseus huichelaar.
farmiljoen vermiljoen
farteglijn hoepel voor in een ruimvallende damesrok
fartor worstmaker
fasceel takkenbos
fasceelhout per bundel verkocht brandhout
fasces heraldiekteken, bundelbijl
fastelabend vasten avond
fastidie walging, zadheid? dronkenschap?
fastidiëren walgen, zad maken?
fastnacht, 6e zondag voor Pasen
fastnachtsonntag zie fastnacht
fatalia de tijd binnen de welke men moet appelleren
fatalien ding-dagen, pleit-dagen
fatigatie vermoeiing
fatige vermoeidheid
fatigeren vermoeien
fatsoen alle voorwerpen die een vorm hebben en door mensen zijn gemaakt, ook gestalte, vorm, gedaante
fatum noodlot, nooddwang
fatuus onnozel
fauceren vervalsen
Faucheuse (la) magere Hein, de Dood
fauconnier valkenier
faudet toonbank
faulte in gebreken blijven, niet nakomen, ook gebrek, feil, fout
fauteur gunstdrager, een medepleger
fautsoen degen, ook een verboden wapen
faux serment meineed
faveren begunstigen, gunstig zijn
faveur gunste
favorabel gunstig
favorable recommandatie brieven van
favorijt gunsteling
fax hoofdhaar
fb afk. fébrier, februari
fe afk. fe, feu, wijlen
fe afk. faire, het doen, handeling, daad, uitvoering
fearman veerman op een overzetveer
feber (witte) witte koorts
febres (witte) zie feber (witte)
febri door koorts
febri aestuanti door een gloeiende koorts
febri calida door een hete koorts
febri frigida door koude koorts
febri maligna door een kwaadaardige koorts
febri putridus door koorts uitgeput
febri vehementi door hoge koorts
februarii van februari
februarius februari
fechner bonthandelaar
fechter krijgsman, soldaat
feci ik heb gemaakt
fecit heeft gemaakt
feestedag feestdag
feestelijckheit plechtigheid
feestelike op een plechtige of feestelijke wijze
feierheit trots, hoogmoedig
feil grove katoenen doek, dweil
feinen veinzen
feitelike op een gewelddadige wijze
feiteur misdadiger
fel wreed, onmeedogend, kwaadaardig, boosaardig
feld maréchal veldmaarschalk
feld maréchaux zie feld maréchal
felgenhauer wagenmaker
felheit wreedheid, verdorvenheid, laagheid
feliciteit welvaart, voorspoed, geluk
fellwerkbereiter bontwerker
felonie ontrouwe, of smaadheid, (iets smadelijks)?
félonie trouwbreuk van de vazal
felp flueelstof
felthoen patrijs, veldhoen
femele vrouw
femella vrouwelijk
femenijn wijflijk, vrouwelijke
femina vrouw
femini generis van het vrouwelijke geslacht
femini sexus zie femini generis
feminus vrouwelijk, van een vrouw
femme echtgenote, vrouw
femme de chambre kamermeisje
femmele vrouw
fenaison het hooien, hooioogst
fenecol venkel
Fenesy Venetië
fenijn vergift, doodspijs
fenil hooizolder
feniseca maaier
fenynig vergiftigd
feodaal zie feudaal
feodaal goed een stuk land of onroerend goed tegen bepaalde voorwaarden aan zijn leenman opgedragen
feodum zie feudum
fer forgé smeedijzer
ferblantier blikslager
fere bijna
feretrum lijkbaar
fergon zie fourgon
feria dag
feria penutima voorlaatste dag
feria prima zondag
feria quarta woensdag
feria quinta donderdag
feria secunda maandag
feria sexta vrijdag
feria tertia dinsdag
feria ultima de laatste dag
ferie lijst of boek van bij de rechtbank aanhangige zaken
ferie fee, ook rusttijd
ferien vierdagen, verlofdagen
ferijnen met een beitel frijnen van natuursteen
ferm afk.fermier, boer(in), landbouwer, veehouder
fermenteit recht (cijns) geheven op granen waarvan gegiste dranken werden bereid
fermette boerderijtje, keuterboerderij
fermier landbouwer, veehouder
fermier en location pachter
fermière boerin
ferpel. bedrog, arglist,kwader trouw
ferrarius ijzer
ferrarius faber smid
ferreur paardensmid
ferronnier siersmid
fertegaal hoepelrok
fertijl vruchtbaar
ferting kleine zilveren munt
fervrier februari
ferwielen fluwelen, fluweel
festeren beleefdelijk onthalen
festinatie verhaasting
festo sancti N. (in) op het feest van de heilige N.
fetus kind, nakomelingen
feu wijlen, de overledene....., zaliger,ook brandstapel
feudaal leengoed, leenroerig
feudale goeden leenroerige goederen
feudataire leenman
feudum feodaliteit, leenstelsel
feuermäuerkehrer schoorsteenveger
feutrine wolvilt
feux zie feu
fever koorts
février februari
fexeren kwellen, plagen
feye fee
feyten inhoudende het geen men betonen, of bewijzen wil
fiancé, fiancée verloofde, aanstaande
fiasque strofles voor wijn, mandfles, buikfles
fiat het geschied alzo, het is goed, goedkeuring
fibula zie fibule
fibulator loodgieter
fibule kledinggesp, kledingspeld, sluitspeld, doekspeld
ficelle klein stokbrood
fiche beschrijving, gegevens, register, ook spie, pen, ook van been gemaakte (waarde)plaatjes voor bij het kaartspel
fichu sjaal, hoofddoek, halsdoek
fictie versiering? verdichtsel, verzinsel
fideï-commis(sum) erfstelling over de hand, dit is erfmaking waarbij erfgenaam de erfenis moet bewaren en aan een derde moet overdragen. ook goed dat niet verkocht mag worden maar in een familie moet blijven
fideicommis erfbeveling, erfbetrouwing, erflating over de hand
fideicommissaire registratie boeck boek met vermelding van op een fideï-commis betrekking hebbend goed of zaak.
fideicommissarius erfgenaam met last van overgifte, eigendomsoverdracht, gerechtelijke overdracht van een onroerend goed. Inlevering of overhandiging van een geschreven stuk aan een ambtenaar.
fideicommissum testamentaire beschikking, waarbij een vertrouwde persoon, die voor de wet optreed als erfgenaam, opdracht geeft een zeker legaat uit te betalen aan iemand die wettelijk niet als erfgenaam kan worden aangewezen; de erfgenaam heeft het vruchtgebruik maar moet zo nodig het terug geven aan de eigenaar
fidejussio borgstelling, schriftelijke borgstelling
fidejussor borg,ook de peet die zich borg stelde voor een goede (christelijke opvoeding) van de jonggeborene
fidejussor borg
fidel getrouw
fidelio trouw
fidicen speelman
fiducie betrouwing, vertrouwen in een goede afloop of in de degelijkheid van iets of iemand
fief leen, leengoed, domein, terrein
fiel gal van dieren
fielterij schelmerij
fier nobel, waardig, hoogstaand, ook bloeiend, fris
fière zie fier
fieren trots, hoogmoedig
fiertel zie fiertre
fiertere zie fiertre
fiertre lijkkist, doodkist
fiever koorts
fifelear fluitist
fifille dochtertje
fifre bespeler van een dwarsfluit
figaro barbier, kapper
figlerius pottenbakker, tegelbakker
figulus pottenbakker,
ook kachelmaker
fijfel kleine dwarsfluit
fijfelaar fluitist
fijl zie feil
fijlebaart snotneus
fijnolie olijfolie
fijnre betaalmeester voor de renten van lijfrenten
fijnsmid kopersmid
fikkere middelvinger
fil zo afk. Filius, zoon
filatio bloedverwantschap in neerdalende rechte lijn, afstamming in de eerste graat, kindschap
filet draadje
filetgout gouddraad
fileur spinner, spinster
fileuse zie fileur
filia dochter
filia devota religieuze, non
filia fratris nicht, dochter van broer
filia innupta ongehuwde dochter
filia legitima wettige dochter uit een voor de kerk gesloten huwelijk geboren
filia redicta nagelaten dochter
filiabus dochters
filiæ dochters, van de dochters
filialis hulpkapel, hulpkerk
filiarum van de dochters
filiaster stiefkind, stiefzoon, (na de 14 eeuw) ook schoonzoon
filiastistri stiefkinderen, schoonkinderen
filiatie familie verwantschap, afstamming
filiation afstamming in de eerste graad, in rechte lijn, verwantschap
filiationprobe afstammingsbewijs
filicarius steenzetter, stratenmaker
filigraanwerker goud en / of zilversmid
filii van de zoon, de zonen
filiola dochtertje
filiolus zoontje, doopkind, peetzoon
filitrix spinster
filius zoon,
filius legitimus wettig, zoon uit een voor de kerk gesloten huwelijk geboren
filius natu maximus de oudste zoon
filius natu minimus de jongste zoon
filius naturalis buitenechtelijke zoon, van mindere afkomst, van lagere stand
filius unicus enige zoon
fillasse grof meisje
fille dochter
fille mère ongehuwde moeder
filleul petekind
filleule zie filleul
fils zoon, nakomelingen
fils de France (les) de prinsen uit het Franse koningshuis
fin dood
finalijk eindelijk, glad af
financie opnemen van geld, vaak tegen woekerrente
fine en effecte (ten) met het doel
fineerder goud en zilverbewerker (maakt de plaat zuiver en dunner)
fineersel fijn (klein) bont
finen zuiveren van goud en zilver
finesse vond (verzinsel), loosheid, lift, praktijk om iets uit te voeren
fingeren versieren, bootsen?
fingieren versieren
finis einde
firmarius landbouwer
firmeren vestigen, gestadigen (voortduring)
firmerie ziekenhuis
firmlinge vormelingen
fiscaal graaflijkheids, of de lands schatbewaarder, verzorger
fiscalis behorende tot de fiscus
fisce lands schatkist
fiscus Merovingische / Karolingische bestuurs-eenheid, belastingdienst
fisiker heelmeester
fistulator fluitspeler, (stads)muzikant
fitsen scharnieren
fix sterk, krachtig
fl afk. florin, florijn, gulden
fl, flor afk. floréal, maand van de bloei
flabbe betaalmiddel, 1 flabbe = 4 stuivers, ook oorveeg, vuistslag
flabvisser haalt de begroeiing uit de grachten en sloten
flaconnier flessenmaker
flagellation geseling
flageller geselen
flanckaert jas van krijgslieden
Flandorum Brugge
flaptafel zie hangoortafel
flaschouwer vleeshouwer
flassaerge wollen kleed, paardendeken
flator ijzersmelter
flatteren pluimstrijken, vleien smeken
fléau plaag, ramp,ook dorsvlegel
flebotomarius aderlater
fledercijn jicht
fleer kaakslag
flenni flanel
flep driehoekige hoofddoek
fleppen drinken
fleresijn jicht
fles inhoudsmaat voor wijn, 1 fles = ca.0,8 ltr. ook Amsterdamse fles = ca. 0,88 ltr. of 44 fles in een anker
fleschouwaer vleeshouwer
fleur de lijs heraldiekteken, lelie
fleuret zie floret
fleurons heraldiekteken, gestileerde aardbei-bladeren
fleysker vleeshouwer
flikkerslagen bliksemflitsen
flikkersout salpeter
flint vuursteen
flockeflere flikflooien
floers doorzichtige zwarte stof van wol of zijde, velours
flor afk. floréal, maand van de bloei
florèal april
floreen belasting op grond, ook verponding genoemd
floreenplichtige degene die op grond van het bezit van een zgn. schotschietende hoeve (in Friesland) verplicht was tot het betalen van de floreenbelasting
florenus gulden
floreren bloeien, welvarende zijn
floret Schermdegen, ook zijdegaren
florijn muntsoort, waarde gelijk aan 28 stuivers
flouflute zie flute
flouwiellen fluwelen
fluctuëren zwerven, zwalpen (rondzwerven), sukkelen
flucx terstond
fluim slijm
flume rivier
flute penis, piemel, mannelijk lid
fluwijn, marterbont
fluwine kussensloop
fluxu sanguinis door een bloeding
fme afk. femme, vrouw
Fn. afk. op huw. akte, familienaam
fo afk. folio, blad, folio
fobaert nar
focaria keukenmeid, vrouw van een soldaat, ook concubine
focarie bijzit van een geestelijke
focariste geestelijk die in concubinaat leeft
foderator lakenarbeider, sergeant belast met de kleding
foelge geslagen metaalfolie
foelgeslager goud- of zilverbladfolie maker
foemella vrouw
foeniseca maaier
foerneuijsen kookplaats
foetus kind, nageslacht, nakomelingschap, ook ongeboren kind
foezel ongezuiverd product
foin hooi
fokker rijkaard, in de zin van gierig iemand
fokker veefokker
fol appel (t' ) kwalijk en ten onrechte beroepen
folen stoten, stompen, ook wel dollen
foleren mishandelen
folie, lustslot, buitenplaats
foliet blad van boek
folije malligheid, gekheid, malle streek
folio blad, op het blad van het register, in
folio recto op de voorzijde van het papier
folium blad van een boek,
folle krankzinnige
foly een blad
folye zotheid
foncé bruin, zwart, donker
fond de robe onderjurk
fonderie gieterij
fondeur gieter, smelter
fondrière moerassige grond
fonte gietijzer, ook een doopvont
fonteinstoop waterkan of kruik
fooye reisweg
foraneus wonend buiten de wallen, vreemdeling in een stad
forçat dwangarbeider
force geweld, macht
forceren bemachtigen, verkrachten, overweldigen
fore markt
foreel foedraal
forestarius boswachter
forestier zie forestarius
forêt dakstoel voor b.v. Angelusklok, ook woud, groot bos
foretteren jagen op konijnen met fretten
forfeit geldboete, geldstraf, ook onroerend goed
forge smidse, smederij, werkplaats, schuur, winkel voor zelfgemaakte werkstukken
forge de serrurier slotenmakerij
forgeron smid
forgeur zie forgeron
forma pauperis voor armen gratis
formaliseren tegen aankanten, tegen kanten, opmaken
formaliteit gedaante, gestalte, aanstelling
formente meelbrij
formulier voorschrift, leest
formulierboek formulier in boekvorm, voorbeeldenboek bij notarisen, terminologie
fornacarius kachelsmid
forneise fornuis, oven
fornicateur hoereerder, ontuchtige, overspelige
fornicatie hoerderij, smuikmin, ontucht
fornicatio alle (verboden) buitenechtelijk geslachtsverkeer, overspel
fornicatrice zie fornicateur
forqueten vorken
fort zakkendrager
fortasse misschien
forteresse gevangenis, ook versterk kasteel, vesting
fortificatie sterk maken
fortificeren versterken
fortifieren versterken
fortsier kist met ijzeren beslag
fortunelose berooid, straatarm
fortuyne geluk, kans, avontuur
forum markt
fossa gracht, kuil, graf
fossarius doodgraver, boerenknecht
fosse ondergrondse kerker
fossé sloot, greppel, slotgracht
fosse d'aisances beerput
fosseit gracht
fossoyeur doodgraver, grafdelver
fouet zweep, roede
fouetter geselen
fouine hooivork
foulard halsdoek, hoofddoek
fourgon reiswagen
fourieren onderdak verschaffen
fourneren verschaffen, opbrengen, overbrengen
fournil bakhuis
fournissement lijst van alle ingeleverde stukken
fournneys fornuis, oven
fourreur bontwerker
fourrier kwartiermaker
foveren koesteren, toegedaan zijn, ophouden aanhangen
foyer stookplaats
fr, frim afk. frimaire, maand van de slacht
fra. afk.frater, broeder, geestelijke in een lagere orde
fragijl broos
fragner kruidenier
fraise, geplooide halskraag
franc maçon vrijmetselaar
franc or goudfrank
francaert zie franckaert
francijn perkament
franckaert graanmaat, 1 franckaert = 152 ltr.
francus vrij van zegelrecht, vrijgesteld
francus scabinus vrijschepen, lid van het heemgericht. rechtbank ! die buiten de openbare macht om vonnissen uitsprak en ten uitvoer bracht. (om tegenstanders te elimineren)
franke zilveren munt
frater broer, broeder, tweeling broer
frater germanus halfbroer, tweelingbroer
frater patruelis zoon van een broer
frater predicator predikheer, Dominicaan
frater uterinus halfbroer
fraternitas broederschap
fratres consanguini (eus) halfbroers, broers met de zelfde moeder maar van een andere vader
fratres dormientes de zeven slapende broeders, 27 juni,
ook 10 juli aangegeven
fratres gemelli tweelingbroers
fratres germani tweelingbroers
fratria broederschap, gilde
fratria filia nicht
fratris voor de broers
fraude bedrog, arglist
frauentag Maria geboorte, 8 september
fre afk. frère, broer
freidsem vallende ziekte, epilepsie
freit steunbeer, schoormuur tegen buitengevel
freitag ( de stiile oder gute) Goede of Stille vrijdag, vrijdag voor Pasen
fremineur minderbroeder
fremtmeester gildenmeester afkomstig van een andere plaats of streek
frenarius riemenmaker
frenesie krankzinnigheid
frenesye razernij
frenetike krankzinnige
frequenteren bewandelen, doorwandelen, bij wonen
fret een boor, hiermee kunnen geboorde gaten rechthoekig worden gemaakt door middel van tandjes aan de boorsteel
fret rente, interest,
fretoen inhoudsmaat van vloeistoffen
friand lekker
friandyse lekkernij
friche braak liggend land
frieel Biezen mand
frijnen evenwijdige groeven aanbrengen in b.v. Steen
frimaire november
fringen met franje afwerken of versieren
frioen vink
Frise Friesland
frisschaert jonggezel, jonkman, jongeman
frit grondstof voor het maken van glas
friten roosteren, braden,
frivoil beuzelachtig, leurachtig, slecht
frivool ongeldig, ook ijdel
froc bovenkleding van een man of vrouw, ook monnikspij
froedmoeder vroedvrouw
froenen zie: vronen
from vroom
from afk. froment, tarwe
fronarbeiter arbeider in vroondienst, in herendienst, in leendienst
fronbauer boer wonend op vroonland, leendienstplichtige
fronfrei vrij van vroondienst, vrij van herendienst
fronfuhre vervoer in herendienst, fronpflichtig tot vroondienst verplicht, herendienstplichtig
fronton geveldriehoek
frs. afk. fraters, broeders
fructidor augustus
fructifieren vruchten voortbrengen
fructuëux vruchtbaar
fruitier kaasmaker
frumentarius graanhandelaar
frumwerker dagloner
fruste te vergeefs
frusteren vruchteloos maken, benemen
frustreren bedriegen
fruwiel fluweel
frygische muts heraldiekteken, vrijheidshoed, rode jacobijnenmuts tijdens Franse revolutie
fs. afk. filius, zoon
ft afk. fait, feit, gebeurtenis, voorval
ft, fruc afk. fructior, maand van de vruchten
fuederyng voering
fueëren een gelofte doen
fuere, zij zijn geweest, zij waren
fuge vlucht
fugeren vluchten, vlieden
fugieren vluchten, wegdoen
fugitief zie fugitijff
fugitijf zie fugitijff
fugitijff voortvluchtig, failliet, bankroet
fuik Vistuig, ook vrouwelijk geslachtsorgaan,
fuit hij is geweest, hij is genoemd
fuit … annis hij was … jaar oud
fuite inhoudsmaat, 1 fuite = 5 kan, = 7 tot 10 ltr.
fullo lakenvoler, hoedenvolder
fulmine tactus getroffen door de bliksem
fulmineren bliksemen, razen, woeden, uitbulderen
fulnarius touwslager
fulpe fluweel
fumiste kachelsmid, schoorsteenveger
fun schelm
funambulesque koorddansers
functie ambt, bediening
fundamentenboek boekje met de beginselen van de christelijke leer door Menno Simons
fundatio stichting
fundavit anniversarium stichtte een jaargetijde
fundavit anniversarium pro requi animae suae stichtte een jaargetijde voor de rust van zijn ziel. (instellen van een jaarlijkse herdenking van een overledene)
funeralia begrafenis, lijk plechtigheid
funifex zeilmaker
funs vies, vies uitziende
furieux dul, razende woedend
furijn vurenhout
furnarius kachelsmid
furneren verschaffen, opbrengen
furnieren processtukken in procesdossier doen
furnissemente uitvoering van een vonnis
furset zacht als zijde
fusiek geweer
fusil schutter
fusor aurichalci geelgieter
fusor campanarum klokkengieter
fusor pottorum tingieter
fusor typorum lettergieter
fussenvellen vossenvellen
fustein bombazijn, een grove wollen stof uit boomwol
fustigatie gegeseld
fustigieren geselen
fy foei