P






p afk parrain, doopheffer, peter, doopvade

P afk. père, vader, ook doopheffer / Peter

p afk. par, parentes, ouders

p afk. pupur, pourpre, heraldiekkleur, kleur paars, aangegeven door een linker -schuinlijnen

p afk. pagina, bladzijde

p afk. blz., bladzijde

p.m. afk. post meridiem, na de middag
ook afk. pro memoria, ter herinnering


p.m.s.l. afk. per matriomonium subsequens ligitimatus, door het huwelijk van zijn ouders alsnog gewettigd onwettig kind

p.p. afk. parentes, ouders

p.s. afk. post scriptum, naschrift

p.t afk. pro tempore, voor de tijd van

pa afk. postérité adultérine, nageslacht-, nazaten uit echtbreuk, overspel geboren

paaiement kleingeld, ook als paaijemnent

paaier vremaker= vrede stichten, waar men iemand mee paait

paal heraldiekteken, strook begrenst door twee lijnen

paap in de middeleeuwen de naam voor priester

paaps rooms

paardemeester dierenarts speciaal voor paarden

paardenarts veearts speciaal voor paarden

paardetuisser paardenkoper

paartje inhoudsmaat bier, wijn. 1 paartje = 2 pint = ca 1,2 ltr

pabilioen vermoedelijk een bed ?

pace in vrede

pacers melaatse

pachdach betaaldag

pacht belasting, huur

pachtboec legger waarin de verpachte belastingen zijn vermeld

pachtbraecke verbreking van het pachtcontract, - huurcontract

pachtbrake zie pachtbraecke

pachtbrief pachtakte

pachten een huur of pacht overeenkomst sluiten

pachtgelt het geld waarmee de pacht wordt betaald

pachtgoet onroerend goed in pacht gegeven

pachtheer eigenaar

pachthof hoeve, hof in pacht gegeven

pachthuus, kleine boerderij, huis in pacht gegeven

pachtlant land in pacht of erfpacht gegeven

pachtman erfpachter, pachter, die iets pacht

pachtrecht het geldende recht voor de pacht

pachtschuld niet betaalde pachtpenningen

pachtware pacht of huur

paciferen zie pacifisceren

pacificatie bevrediging, vredestichting, verzoening

pacifiq vredig, vreedzaam

pacifisceren bevredigen, overeenkomen

packheer toezichthouder op het haringpakken

pacquetten pakketten

pacta huwelijkse voorwaarden

pacta dotalia huwelijkscontract

pade peet, doopvader

padeken paadje, weggetje

paeco omroeper van het gemeentebestuur, heraut, gerechtsbode

pædictum voornoemd

paegnans zwanger

pael grenspaal

pael schandpaal, strafpaal, grenspaal

paelder beambte die de grens van een gebied aangeeft

paelge stro

paelgenoot buurman

paellander polderbewoners, poldergast

paellmeester landmeter, beambte die de erfgrens aangaven of controleerden

paelscheidinge afpaling van grond eigendom

paelscheidinge afbakenen, afpalen, de grenzen aangeven met grenspalen

paelstede plaats waar grenspaal staat

paerdenvolmolenaer molenaar op een volmolen aangedreven door paarden

paerdenwisser roskammer, paardenknecht

paerdoen kwijtschelden

paeremakere mandenmaker

paersscaerlaken scharlakenrood

paert deel

paertcoen verdeling van nagelaten goederen

paertshoeve (on)kruid, klein hoefblad, goed geneesmiddel tegen zwerende clapporen (ontstoken)

paeschavont s avonds op de dag voor Pasen

paetkin paadje

paeyemeester stadsontvanger

paeyen betalen

paeyeren tevredenstellen

paeymeester betaalmeester

paffuut wapenknots aan de punt voorzien van een snijdend uiteinde

paffuut strijdwapen, een scherp voorwerp op een stok

pagadders handelaar in vleesafval

pagadoor betaalheer, penningmeester, betaalmeester

pagamentum betaalmiddel, betaling

page paard, zowel een rij- als trekpaard, ook bediende

pagie zijde, zijdienaar, zijganger ?( naast het paard lopen ?)

pagimagister (dorps -) burgemeester

pagulus gehucht

pagus dorp

pain céleste heilig sacrament

pair engels edelman, de naam is ontstaan doordat volgens middeleeuws rechtsbegrip niemand geoordeeld kon worden dan door zijn "pairs" dus zijns gelijke

pairess de vrouw van een pair

pairschap rechten en waardigheid van een groot leen, met invloed, stond vlak onder de kroon

paisbrake vredebreuk

paisen verzoenen

paiserer bemiddelaar, intermediair

paisibel vreedzaam

paix vrede

pakers melaatsen

palais prinçenhof

palbabel gelijkenis

paldach zie palmavond

pale ovenschop

paleerrster kapster

paleisteren polijsten

palen afbakenen, afpalen, de grenzen aangeven

palen, (op de) .. op de grens

paleografie kennis van het oude schrift

paler die de palen van de erfgrens aanbracht

palestermacher schietbogenmaker

paleye katrol

palimpsest een perkament -handschrift, waarop veelal uit zuinigheid, over de onleesbaar gemaakte eerste tekst een andere geschreven is. Langs chemische weg gelukt het vaak de oorspronkelijke, soms waardevolle tekst, weer leesbaar te maken

palinge grens van een erf.

palinghe grenspalen

palinodie weerroeping, herroeping als men van iemand heeft kwaad gesproken, intrekking

palissaden heraldiekteken, brede aan de bovenzijde gescherpte palen

palloerlaken laken voor het maken van banieren

palm lengte maat, kleine palm = 3 cm, grote palm = 9,6 cm, na 1820 is de palm 10 cm

palmarum palmzondag, de zondag voor Pasen

palmavont de zaterdag vóór palmzondag

palmslach zie coopslach

palmweke de week voor Pasen

palpabel tastbaar

palster herdersstaf, pelgrimsstaf

paltsgraaf gedelegeerde van de keizer en paus

palustre broekland (kleigrond langs rivieren), moeras

panchiser ontvanger van de panchys (het heerlijk recht op het brouwen van bier)

panchys heerlijk recht op het brouwen van bier

pancys zie panchys

pandbrief schuldbekentenis

pande bieden (ook " verbieden") de gepande goederen ter terechtzitting aanbieden aan hen, die beter recht daarop hebben. (als voorbereiding tot het toewijzen der panden door den rechter.)

pandemarckt marktplaats waar in inbeslaggenomene (onroerende)goederen openbaar werden verkocht

panden beslag, leggen op gijzelen

panden (enen voer iet, aen iet, op iet) beslag leggen op een stuk goed van iemand als voorbereiding voor den executoriale verkoop daarvan voor een schuld

pandene panden gerechtelijke handeling

pander gerechtelijke beslaglegger

pandere hij die beslag legt

pandijnghe bij gerechtelijke verkoop, beslag wegens schulden, op een onroerend goed

pandinge het panden.
ook de omgang van den schout, waarop het panden plaats had.


pandtverkoper die verbeurd verklaarde goederen verkocht

paneel stuk doek onder het zadel om de rug van het paard te beschermen

panetarius bakker

paneteren broodbakken

paneterie bakkerij

panhuus brouwerij

panhuushuus pand waarin de brouwerij gevestigd is

panifex bakker, broodbakker

pannaert zoutzieder

pannarius lakenwever

pannemaeckers ketelmakers

panneman zoutzieder

pannenbackers pannenbakkers

pannenboeter maker van pannen voor de zoutziederij

pannicida kleermaker

pannifex lakenwever

pannitextor zie pannifex

pannitonsor laken - droogscheerder

panse ingewanden van dieren, vooral herkauwers, pens

pansier maliënkolder

pantbaer wat geschikt is als (onder)pand te geven

pantboec register waarin de panden zijn opgenomen

pantbrief rentebrief

panter gerechtelijke beslaglegger

pantere hij die beslag legt

pantijnghe bij gerechtelijke verkoop, beslag wegens schulden, op een onroerend goed

pantinenmacher klompenmaker

pantinge het panden.
ook de omgang van den schout, waarop het panden plaats had.


pantkeringe verzet tegen een gerechtelijke panding

pantopola groothandelaar

pantruminge weghalen van de panden bij een schuldenaar

pantsel onderpand

pantswise als pand in onderpand

pantvercoper
een ambtenaar, bij het oudermansrecht (later ook bij het schepenrecht) aangesteld tot het verkopen de “gepande” goederen, die niet gelost zijn

pantverkoper die verbeurd verklaarde goederen verkocht

pantweringe. het beletten der panding.

papa priester, vader

papalis pauselijk

pape zie paap

papencruud paardenbloem

papenkelder wijnhandel van geestelijken

papenkint kind van een priester

papenvastenavond zevende zondag na Pasen

papieren registreren

papiermaekers papiermakers op de papiermolen

papioen bloedhond

papist rooms katholiek

papisterie door een rooms-katholieke priester getrouwd

papkop meelbrij kom

pappelhout populierenhout

pappenheimer beerputleger

papulis van de mazelen, door de mazelen

papyrifex papiermaker, papierfabrikant

par-devant nous zijn voor ons

par. afk. parentes, ouders

parabel gelijkenis, zinnebeeld

paracelsist alchemist

parade pronken, glimpvertoning, afwering van een aanval

paradeiser tuinman

paradiskin kleine hoogkamer

paradox wonderspreuk, wonder-rede, ongemeen, uitspraak die een (schijnbare) tegenstrijdigheid bevat

parage verwantschap

parage (een tellen) de graad van verwantschap met iemand uitrekenen

paragon puik, uitstekend, drukletter van 18 pnt

paragraphe beschrijving, onderschrijving, afdeling, de zelfde mening hebben

paralysis verlamming

paranimf bruidsleider, die de bruid op de bruiloftsdag terzijde staat

parant bloedverwant, familielid

parant ou allié aanverwant, bloedverwant

paranté verwantschap

paraphe merk, merkteken

paraphe(e)ren merken, tekenen

paraphrase uitbreiding

Parasceve Goede Vrijdag

parate executie schielijke rechtsvordering, zonder uitstel

parausbrief brief met aankondiging van openbare verkoping bij opbod

paravijs voorportaal, meestal van een kerk

parcheel perceel, een deel van een groot stuk landerij

pardoen vergiffenis, vergeving, aflaat, vergeving van zonden, kwijtschelding van een (kerkelijke) straf

pardoendach dag waarop een aflaat verdient kan worden

pardon vergiffenis, kwijtschelding van een terechte straf door de heer.

pardonnabel vergeeflijk, te vergeven

pardonneren vergeven

pare(e)ren sieren, oppronken, tooien, gehoorzamen, tevoorschijn komen

pareerhabijt ambtsgewaad

pareersel oppronken, versiersel, tooisel

pareil effen, gelijk

parens ouder, vader

parentagie verwantschap

parentatio lijk plechtigheid, herdenking van een dode

parenté zie parentela

parente(e)ren bemaagschappen, verwantschappen

parenteel staat waarin alle mannelijke en vrouwelijke nazaten vermeld staan van één paar ouders

parentela verwantschap

parentelae van de familie

parentelus ouderlijk

parentes ouders

parenthese inworp, tussenreden, inreding (inlassing), tussenstelling, tussenzin, inlassing, inzetting,

parentis van de vader, van de ouder

parfumeren door middel van reukwerk welriekend maken, of met aangename geuren vervullen.

parheer pastoor

parisijs volgens de reken - en munteenheden van Parijs

paritas evenheid, op voet van gelijkheid

pariter te gelijkertijd, op gelijke wijze, evenzeer

parkhoede boswachter

parlement ruzie, woorden, oploop, ook raadhof, pleithof, gerechtshof

parlementen bulderen, tieren

parlementeren de samenspraak, handelen van overgave van steden, of sterken

parlementier kleermaker van paramenten (kerk gewaden)

parloor spreekkamer

parmentierwerk zeer fijn naaiwerk

parochia parochie

parochiaan zie karspelpaap

parochianus parochiaan, lid van een kerkelijke gemeente

parochie karspel, wijk

parochipaep parochiaan

parochus pastoor, geestelijke

parœmia spreekwoord

parquet perk, nood

parrain, doopheffer, peter, doopvader

parre omheinde plaats
ook parochie


parrehuus woning van de pastoor

parrekerk parochiekerk

parricida vader-, moeder-, broeder-, zuster- of de kindermoordenaar

parricidium vadermoord

pars deel, een deel voor het geheel

pars met een schabeltie, deel van een knielbankje

parsoen pastoor die de werkzaamheden door een ander laat doen uitvoeren

partage deling, verdeling

partën vijandig tegenover elkaar staan

parthie partij, (hoeveelheid)

partiaal partijdig, eenzijdig

participant deelhebber, deelachtig, deelgenoot

participant aandeelhouder

participatie mededeling, medegenieting

participeren mededelen

particularise(e)ren bijzonder maken, uitvoerig de bijzonderheden vertellen

particulariteit bijzonderheid, naarder bericht, nadere bijzonderheid, eigenaardigheid

particulier bijzonder, afgedeeld stuksgewijs

partigeren ieder zijn aandeel geven

partij advers tegenpartij

partije wederdeel, tegenstander, deel

partim deels, gedeeltelijk

partisaan medestander, lid van een ongeregelde groep militairen of bende vrijheidsstrijders

partitie verdeling, deling

partitionair meedelen in de opbrengst

partizaan pachter van de imposten

partschap aandeel in een onderneming

partu tijdens de bevalling

partuer gade, weerga

partus bevalling, pas geboren kind

party advers partij tegenstander, tegenstander

partyschap partijschap, eenzijdigheid

parukemaker pruikenmaker

parvula klein meisje

parvules kleine jongen, kind

parvulus zie parvus

parvus, klein, heel klein kind

paryrificis van de papier fabrikant

pas lengtemaat,
1 pas = 2,5 voet, pas wordt ook als gemene pas, schrede en tree omschreven, landmeterspas, -tree = 2 gemene pas = 5 voet


pasch weiland

pascha (pasca) Pasen

pascha clausum zondag na Pasen

pascha floridum (florum) Palmzondag

pascha passionis 2e zondag voor Pasen

pascha rosarum Pinksteren

paskwil schotschrift, pamflet

paskwil smaadschrift, anoniem schotschrift

pasloot peillood

pasmes sikkelvormig mes

paspoort vrijgeleide voor persoon of goederen

pasquil schimpschrift, steekschrift, schotschrift, schimpdicht

passabel lijdelijk, geduldig, draaglijk, er mee door kunnen

passade reisgeld

passage weg, doorgang, doorweg, aaneen gesloten zinnen in een bericht, overdekte straat, doorvaart, overtocht

passagier reiziger

passant voorbijganger, rondreizende, ook lus voor gordel, riem

passato van de verlopen, voor den voorleden (verleden) maand

passatus postea later gepasseerd

passement ingenaaide bies of strook , afkanting van een kleed

passementwercker bies aanbrenger bij meubels en kleding

passeport vrijbrief, vrijreisbrief, vrijgeleidebrief

passeren voorbijgaan, verleen, overtreffen

passeringhe gerechtelijke akte

paßie lichamelijk lijden, ziekten

paßie lijden, zucht, drift, verrukking, ingenomenheid, lijdzaam, hartstocht

passiën pijnigen, folteren

paßijf lijdende

passio dominica goede vrijdag

paßioneren verrukken, innemen

paßiones hartstochten, genegenheden

passionstag (dominica passionis) 2e zondag voor Pasen

pastebacker bakker van fijnbrood

pasteiken gebakje

pastellator pannenmaker

pastillifex apotheker

pastoer pastoor

pastoor herder, pharheer, kerkheer, preker

pastor bonus 2e zondag na Pasen

pastor loci pastoor van deze plaats

pastor primarius deken

pastoriekoren tienden, geheven ten behoeve van het pastoriefonds over bepaalde landerijen

pastorietienden vaste rente welke geheven werd ten behoeve van het pastoriefonds over bepaalde landerijen

pastorije phar, herderstaat, kerkmeesterschap

pastory een gemeente onder een leraar

patacon zie patakon

patagon zie patakon

patagons zie pattakons

patakon betaalmiddel, zilveren munt,
waarde ca 48 stuivers


patater aardappel

patent openbrief die geschreven werd op perkament en niet gesloten werd zodat iedereen het kon lezen, bevelschrift, ook inkwartieringsbevel

pater vader

pater denominatus aangegeven of genoemde vader

pater ignoratus onbekende vader

pater patris grootvader langs vaders zijde, vader van vader

pater praevignus spondae stiefvader van de bruid

pater sine nomine ongenoemde vader

pater spondae vader van de bruid

pater sponsi vader van de bruidegom

pater suppositus vermoedelijke vader

paterinus peet, peetvader, doopvader

paternel vaderlijk, bevoogdend

paternitas vaderschap,

paternoster rozenkrans

paternosterer rozenkransmaker

paternus van vaderszijde, vaderlijk

patibulum kruis, galg

patient leider, zieke

patienteren lijden, dulden, gedogen

patientie geduld, lijdzaamheid

patijn houten schoeisel, houten blok

patr. afk. patrini, paterni

patraster stiefvader

patre absente bij afwezigheid van de vader

patrem vader

patrem designare recusavit weigerde de vader te noemen

patrem nominavit als vader noemde

patres voorouders

patria land, vaderland, geboorteland (stad)

patria caesarea land behorend tot de keizer

patria imperialis zie patria caesarea

patriarch oppervader, aartsvader

patrima minderjarige dochter (waarvan de vader nog leeft)

patrimoniaal erfaftig, tot het vaderlijk erfdeel behorend, van de ouders geërfd of meegekregen

patrimoniale-goedren patrimoniale goederen, vrije erfgoederen, erfhave

patrimonie vaderserfenis, vadersgoed, vaderlijk erfdeel

patrimus minderjarige zoon (waarvan de vader nog leeft)

patrina doop hefster, doopmoeder, meter

patrini doop ouders, peter en meter

patrinus peter, doopheffer, doopvader

patriot vaderlander, liefhebber van het vaderland

patris van de vader

patris soror vaderszuster, tante

patrocineren voorstaan, verdedigen

patronaatschap priesterlijk inkomen

patronage patronaatschap, huishouderschap, huisvaderschap

patroniemen vadersnamen, bv. Jan pieterszoon, Catharien jacobsdoghter

patronymicum vadersnaam

patroon voorstander, huisvader, voorbeeld

patrueles neven,en nichten in de tweede graad, waarvan de beide grootvaders broeders zijn

patrueles volle neven, volle nichten, waarvan de vaders broers zijn

patruelis neef, zoon van een broer

patruus oom van vaderszijde

patruus magnus oud - grootoom

patruus major achter -oudoom, achter -grootoom

patruus maximus betovergrootoom, betoveroudoom

pattakons betaalmiddel, meestal met de vermelding Brabant Maastrichter cours. de Brabantse patagons een zilveren munt met een waarde van 48 stuvers (wisselkoers Maastricht)

pauper arm

paupercula arm vrouwtje

pauperculus arm mannetje

paur boer

pauseren verpozen, rusten

pautenier zwerver, landloper

pavais schild met been lange staaf om het vast te zetten

pave straatweg

paveersele plaveisel

paveersteen vloersteen

paveertichel vloertegel

paveier straatmaker

paveljoen tent, veldtent

paveren bestraten, betegelen

pavey vloerstenen, natuursteen tegels

pax vrede

paydach betaaldag

payement brokkelgeld, kleingeld, betaling, betaaldag, ook straf

payien niet christelijk, dus alle overige godsdiensten etc.

pays pax, vrede

pd afk. pro deo, gratis, zonder betaling

pecceren zondigen, misdoen

peciam terre emit een stuk grond kopen

pecias terre stukken grond

pecora vee, koeien, kalveren

pectorali morbo door een borstkwaal

peculiele straf geldstraf, in geld te betalen straf

pecunia geld

pecunieel geldelijk

pecus vee

pedagium tol

pedagoge tuchtmeester, leermeester, huislijk leermeester

pedant waanwijze, kindermeester, schoolvos, verwaand

pedanterie kinderwerk, leurderij, schoolvosserij (bekrompen leermeester), waanwijsheid

pede stok met ijzer beslagen en uitstekende spijkers op de kop, ook te voet, laag bij de grond

pedeken paadje

pedel laag land, broekland, veenland, ook bode aan universiteit

pedellant zie pedel

pedes voetganger voetknecht

pedestaf zie pede

pedestantelijk op staande voet

pedisequa dienstbode, kamermeisje

peditis van de voetganger

pedriere soort blijde, werptoestel voor stenen en kogels

peede zie pede

peerdeken kleine munt

peerdenkerkhof ongewijde begraafplaats, vaak het galgenveld

peeter (gouden) betaalmiddel, gouden munt ca 1360 -1480

pegelaer ijker van hoogten waterstanden

peilscael peilschaal

peine straf, verlegenheid, nood, moeite

peken met pek besmeren

peket inhoudsmaat voor vloeistoffen

pekneus kleine erker uitbouw boven de poort met gaten in de vloer om pek te laten vallen op aanvallers

pelen grenspalen van een land, terrein inslaan

pelle doodskleed, lijkkleed, doodslaken, ook schandpaal

pellegrim pelgrim, bedevaartganger

pellegrimage bedevaart

pellelaken laken waarmee het schavot werd bekleed

pellewever zijdewever

pellex bijzit, concubine

pelliceum een soort pelzen borstrok

pellifex bontwerker, ook leerlooier

pellio zie pellifex

pellore wapenrok

pellorijn schandpaal

pelmolen windmolen voor voornamelijk het malen van graan zoals gerst, spelt, boekweit. Ook vaak als kafmolen aangeduid

pelse met bont gevoerd kledingstuk bepaaldelijk: een onderkleed ook gedragen over het blote lichaam

pelsemakere bontwerker

peltenier zie peltier

peltier bontwerker

peluw kussen, stijf langwerpig onderkussen, ook extra hard kussen

pelvarius ketelmaker, bakkenmaker

pelvifex (metalen) schalen en schotel maker

pelzer bontwerker

penael betrekking hebbende op straf

penael decreet strafvordering

penden beslag, leggen op gijzelen

pender zie penden

pender brouwer

pene de straf (of geldboete), gesteld op de overtreding van de politieverordening of op het niet nakomen van een aangegane verbintenis, ook boete

pene extraordinaire een bijzondere straf, een buitengewone straf

penen straffen

penesticus opkoper

penetentie berouw, leedschap, leedwezen

penetreren doordringen

penewaren koopwaar met geringe waarde

penitentia berouw ( bij biecht)

peniteren van het recht gebruikmaken om af te zien van een koopovereenkomst
ook berouw hebben


pennicleen leen met een vaste jaarlijkse opbrengst in geld

pennincboete geldboete

pennincbrief schuldbrief

pennincgierich vrek, inhalig

penninckrente geldrente, gevestigde rente in geld

pennincrente rente in geld te voldoen

pennincsac geldbuidel

pennincvat geldkist

penning gewicht, 1 penning = 1/240 of 1/270 pond ook als zilvergehalte bekend, 12 penning = 1000/1000 (zuiver zilver), 1 penning = 12 greinen
ook oppervlaktemaat, penning is synoniem voor vierkante koningsroede, = 1/240 pondemaat


penningen betaalmiddel, 12 penningen = 1 schelling

pennoen wimpel of vaan aan een lans

pensator ijkmeester

penschier pensier

pensejager sroper

pensier iemand belast met het beheer

pensionaris loontrekker, stadsraadgever, raadsman, loontrekkend raadsman
ook rechtsgeleerd ambtenaar van een stad, vast bezoldigde rechtsgeleerde raadsman


pensman slagersknecht

pentecoste Pinksteren, de 50e dag na Pasen

penultima de voorlaatste dag (van de maand)

penwerde een kleine hoeveelheid

penwerden slyten (bij) in het klein verkopen, iets in kleine partijen verkoopen

peperbos brijpot

peppel gepeupel, volk, gespuis, het grauw = ratelpopulier

per door

per accidens bij geval

per duos dies aegrotavit hij was twee dagen lang ziek

per matriomonium subsequens ligimatus door het huwelijk van zijn ouders alsnog gewettigd kind,
ook vaak als afkorting p.m.s.l.


per me door mij

per oratie besluiten, slotrede, samenvatting van de rede

per oreren sluitreden, reden van sluiten

per procuratie perquisitie gerechtelijk onderzoek, nasporing, huiszoeking

per procurationem door (of bij) volmacht,

perceelplan kadasterplan, perceelkaart, kadasterkaart

percento ten honderd

perche teken van gezag, roede, staak

percipiëren ontvangen, vatten, begrijpen

perckmeister mijnbouwmeester

perdeelsvrouwe bordeelhoudster

perdurabel gedurig

peregrinatie uitlandig , omzwerving in een vreemd land
ook reizen, landreizen


peregrinus pelgrim, vreemdeling, van elders afkomstig

peremptoir uiteindig, uitvoerbaar, beslissend, afdoend
ook onherroepelijk, laatste uitstel


perfect volmaakt

perfectie volmaaktheid

perfidie ontrouw, trouweloosheid

perhonestus weledele

pericliteren wagen, bestaan

periculeuse gevaarlijke

periculosus gevaarlijkst

periculum mortis stervensgevaar

perijkel gevaar, noot
perime(e)ren doden, te niet doen

periode punt, stip, omloop, volzin, uitgang, lid, vollooping

periphrasis omspraak

peripneumonia longontsteking

peritus ervaren

perjurie eedbreuk

perlen parels

permanent vast, bestendig

permanentie verblijvendheid, spreekuur, doorlopende dienst

permissie verlof, toestemming

permißie toelating, verlof

permitteren zie permittieren

permittieren toestaan, toelaten

permoveren beroeren

permutatie wisseling, mengeling, verwisseling, omzetting

permuteren zie permutatie

pernitieux schadelijk, verderfelijk

perpetreren bedrijven

perpetuël altijd durend, eeuwig

perplex verbaast, radeloos, bedremmeld, beteuterd

perplexiteit verbaasdheid, radeloosheid

perpoent wambuis voor onder een harnas

perquire(e)en doorzoeken, onderzoeken, uitvorsen

perquisitie onderzoek, nasporing, huiszoeking

perscruteren nazoeken, doorzoeken

perse door hem zelf, uit hem zelf

persecuteren vervolgen

persecutie vervolging, vervolging om geloof

persemaert woekeraar

persemtafel bank van lening

persequeren martelen, doodmartelen

persevant leerling-heraut

perseverantie volharding, volstandig

persevereren volharden

persijn peterselie

persiste(e)ren op iets blijven staan, volharden, staand houden, bevestiging van een vorige verklaring ten overstaan van het gerecht

persisteren aanhouden, bijblijven

persona pastoor, een persoon

personagie rolspeler, kamerspeler

personeel hoofd voor hoofd, ondergeschikten

personele actie personele actie, opspraakrecht

personen personen, lieden, luiden

personne titrée iemand van adel, iemand met een titel, voornaam persoon

persoonsleen een leen waarvoor de leenman zweerde om zijn heer tegen iedereen en met al zijn goederen te verdedigen

perspective doorschouwing, doorzichtig

perspicuitas duidelijkheid

perstringeren bedwingen

persuaderen vroedmaken (verstandig zijn), aanraden, overreden, bepraten, overtuigen, overhalen, doen geloven

persuasie zie persuaderen

persuatie van ymand (sonder) (zonder) dwang van iemand

persvloot bakje voor te kaas te persen

perszeunis zie persvloot

pertinent behoorlijk, na den eis

pertinentibus met de grond en alles wat ertoe behoord

pertinentie geschiktheid, beschikkelijkheid

perturbatie beroering, verstoring

perturbe(e)ren beroeren, verstoren

pervers verkeert, verdorven, onnatuurlijk

perverteren verkeren, omkeren

perykel gevaar

pese boogpees, strik om dieren te vangen

peseric penis van dieren

pestdrager drager die de pestlijders compleet met bed en laken, kleding etc naar het pesthuis moest dragen

peste aan de pest

pestilencyhuijs pesthuis, huis waar de pestlijders werden samengebracht.

pestilentii de pest

pestman aangesteld persoon die de pestlijders naar het pesthuis of naar het graf moest brengen

pestmeester controleur die pestlijders controleer op genezing

pestroede staf die de pestlijder moest dragen als herkenningsteken

pet waterput

pete doopvader, doopmoeder

peter doopheffer, zie ook pete

petit klein

petitie begeerte, eis

petitoir zaakseigen, vervolgbaar

petitoire actie een zaak die in den grond en ten principalen vervolgt moet werden

petmolen molen om water uit put op te pompen, meestal voorkomend in weilanden

petri ad cathedram pieter stoel, een dag die gevierd word op 22. februari

petter peet

petulant dartel, brooddronken, opbruisend, uitgelaten

peul kussentje, stijf langwerpig onderkussen, ook extra hard kussen

peuldoeken kussensloop om de peul

peupel het gemene (totale) volk, gespuis, het volk

peyne breuke?, straffen

pf afk. procureur fiscal, procureur voor de belastingen

pfaider hemdenmaker

pfeifer fluitist

pfettenhauer bouwvakker, timmerman

pfister bakker

pfragner handelaar

phantasia inbeelding

phantasmata inbeelding, spoken

pharmacopola apotheker, handelaar in zalven

phillippuspenninck betaalmunt, 1penninck = 15 stuivers

philosooph wijsgerig, wijszuchtig, wijsgierig

philosophie wijsgerigheid, wijsheid, wijsgierigheid, wijswording, wijsheidszucht, wijsbegeerte

phiole snaarinstrument met strijkstok, fles

phlebotomarius aderlaten

phrenesis krankzinnigheid

phs Philips

phthisicus teringlijder

phtisis tering

piæ memoriæ zaliger gedachtenis

pibeziender piskijker om ziekte vast te stellen

picant stekelig, scherp, spits, steekachtig, netelig, smaak / zinnen prikkelend

pichure maailoon

picke snoeimes, pikhouweel

picke pikhouweel

pickelaar steenhouwer

picker steenbikker

pickerie dakstro, dekstro

picoreie strooptocht, het stropen

pictaciarius hersteller, schoenlapper

pictor schilder, kunstschilder

pie pij van grove wollen stof

pietas vroomheid gehoorzaamheid

pieteit godvruchtigheid

pietemaent september

pietersdach 40596

pijlwicht weegschaal

pijnachtich strafwaardig

pijncamer folterkamer, pijnkamer

pijncamere zie pijncamer

pijnder arbeider, zakkendrager

pijnder zakkendrager, schouwer

pijnlijcheit onder moeilijke omstandigheden

pijnre beul

pijnstoc folterwerktuig

pijp inhoudsmaat voor wijnolie en natte waren, 1 pijp heeft overal een eigen inhoudmaat

pijpegaal kruiwagen

pijpegael kruiwagen

pijpkan tinnen kan

pijzel kleerkast

pike lans met platte ijzeren punt

pikker gauwdief, zakkenroller

pil zie pille

pilae memoriae zaliger gedachtenis

pilearius hoedenmaker

pileo zie pilearius

pille geestelijke zoon of dochter, petekind, doopkind

pillegave doopgeschenk

pilleren plunderen, stelen

pillerie zie pilleren

pilorisatie veroordeling tot de schandpaal

pilotingaren garen van plootwol, wol die van de vacht is af gestoken

pilter bontwerker, huiden bewerker

pimpel brandewijnglaasje

pinakel siertorentje

pincerna inschenker van de drank

pinecamer folterkamer

pineel tinne of trans van een gebouw

pinegelt betaling voor het vervoer van goederen

pinen (enen) op de pijnbank leggen

pineweek lijdensweek

pineweke week voor Pasen, de Goede week voor Pasen

pinkernscoe schoen van kalfsleer

pinsbek legering van koper en zink, vooral voor horlogekasten gebruikt

pinsoen zie pondemaat

pint inhoudsmaat voor graan en droge waren,
1pint =1/35 schepel, maar ook gezien =1/2 kan en 1/128 zak,
ook inhoudsmaat, 1 pint = 2 stoop= 4 mutsjes = ca. 0,6 ltr, ook gezien 1/4 stoop


pion voetknecht, soldaat

pionier grondwerker aan een schans

pipegael zie pipegale

pipegale kruiwagen

pipere fluitspeler

piqueeren steken, stikken met kleine teken, krenken

piqueren steken, iemand hatelijk zijn, heimelijke haat

pirmeider perkament bewerker

piroen gedenkzuil

piscator visser

piscina viswater

pishuus toiletruimte, privaat

pislappen luiers

pisse urine

pissijn vijver, waterkom

pistavernen kleine kroeg of taverne

pistele brief

pistolet munt17e-18e eeuw , gelijk aan 70 stuivers

pistor bakker

pistrix bakkersvrouw

pitaker zie aker

pitanciën geschenken aan nonnen en monniken voor bidden op de jaargetijden van de schenker

pius vroom, trouw

pl afk. pluviôse, maand van de regens

plaatsbezorger kwartiermeester

plaatsteker graveur

placcaat plakceel, plakschrift, bevel

placcaet plakkaat, publicatie

placcaten bevelen

placide vreedzaam

plackaert schriftelijk bewijsstuk voorzien van een zegen

plackaertsbrief bevelschrift

placke betaalmiddel van geringe waarde

placmeeuwe zilveren munt

plade uitstekende punt van het dak

pladermolen kleppermolen, de wieken maken een klapper geluid

plagge Uitgestoken heide plag

plagger heide-zoden steker voor de koeienstal

plain effen, gelijk

plainte klacht, aanklacht, aangifte

plaisant lustig, vrolijk

plaisier lust, vrolijkheid, vreugd, vermaak

plaisirs de la chair vleselijke geneugten

planeet zweef-ster, dwaal-ster

planeren schaven, effenen, slechten

plankise houten verdedigingsmuur van steden en burchten

plantagie de beplanting, de begroeiing, de tuin

planum plat

plastes beeldhouwer

plate stalen uitrustingsstukken die boven de halsberg werden gedragen

platea straat, steeg

platijnen klompen of pantoffels, houten schoenen

platijnhout hout waarvan klompen worden gemaakt

plattijnen zie platijnen

plauderen handklappen

pleb. afk. plebanus, pastoor, geestelijke

plebaan zie plebues

plebanus pastoor van een bisschopskerk (kathedraal)

plebeus een man van geringe soort, een platter, ook pastoor aan een bisschoppelijke kerk,

plecht gerechtelijke erkenning van een geldschuld, waarvan een gerechtsbrief is opgemaakt

plecht op goet hypotheek

plechtboec het register, waarin de schuldbekentenissen voor schepenen werden opgetekend

plechtbrief de gerechtsbrief opgemaakt van de erkenning in rechte van een geldschuld

plechten binnen (veertien) dagen schuldbekentenissen op korten termijn, zonder vestiging van renten

plechten in het regyster" schuldbekentenissen op korten termijn, waarvan alleen een aantekening in het schepenboek werd gemaakt en geen schepenbrief afgegeven

plechten verplegen een schuld in rechte erkennen.

plechtich (later pligtig) door een plecht tot betaling verplicht, verbonden

plechtig zie plichtich

plecker stukadoor

plegten zie pligten

pleidoi verdedigingsrede, geding, dingtaal

pleie martelwerktuig, verdachte werd uitgerekt met dit apparaat

plein effen, gelijk, vlakke open ruimte

pleinlijk volkomen

pleisteraar leemstucadoor, ook wand en plafondafwerker met gipsmortel

pleite zie pleitschip

pleiten een proces tegen iemand voeren, iemand vervolgen in een rechtszaak

pleitenaar schipper op een pleitschip

pleiter persoon die iemand in rechte vervolgd

pleitschip platboomschuit

pleken Mazelen of vlekken op de huid hebben

plemper visser op een plempschuit

plempschuit vissersboot

plenipotentiaris gevolmachtigde

plenipotentie volmacht

plenitude volheid

pleuritide wegens pleuritis, borstvliesontsteking

pleydoy geding, dingtaal, pleidooi, verdedigingsrede

plichtboec register waarin opgetekend alle in rechte erkende schulden

plichtbrief gerechtsbrief opgemaakt van de erkenning van een schuld

plichtich door een “plicht”tot betaling verbonden, tot iets verplicht zijn

pligten plichten

ploech ploeg

ploech(h)arnasch onderdeel van een ploeg

ploechgangen besittende land geschikt om te ploegen en te zaaien

ploechghehinghe beploegbaar akkerland

ploechiser ploegschaar

ploechrecht recht van de afgaande pachter op een deel van de oogst

ploechwinne akkerbouw

ploeger landbouwer, boer

plogemeker boer, ploeger

plogge houten nagel

plombete knots, met lood gevuld slagwapen

plombeye met lood gevulde knots

plompe baksteen, afm. 7x3x2 duim

plonderie zie plunder

plonderije afgedankte rommel, oude kleren, vuilnis

plonderinghe kleine huisraad

plootwolle van de vacht afgestoken wol

ploten het vruchtgebruik hebben

ploter leerlooier

plotte korte degen, soort dolk

plouch ploeg

pluderoien twisten

pluisen oude kleren

pluisteren beroven, plunderen

plukken beroven

plumbarius tinnegieter

plumetse kussen, matras

plunder alle kleine dingen noodzakelijk in een huishouding

plunderkast rommelkast

pluraliteit meerderheid

plures alii veel anderen

plurimi zeer veel anderen

plurimi ahi zie plures ahi

plurimi alii zie plures alii

plurimum reverendus zeer eerwaarde

pluumcussen verenkussen

pluumcussen verenkussen

pluv afk. pluviôse, maand van de regens

pluvia regen

pluviôse januari

pneteren broodbakken

pntie afk. presentie, aanwezig

pnxteravont dag voor Pinksteren

pockmeester kwakzalver die dacht ziekten te kunnen genezen

podager jicht

podelpoel modderpoel

poederpere peervormige strooibus

poelage zie poellage

poelagier poelier, verkoper van geslacht gevogelte

poellage hoender-gevogelte, kippen en hanen

poen boete, straf, pijn

pœna straf, misdaad

poensoen dolkmes, steekwapen, ook etsnaald om te waarmerken, maat voor Franse wijnen

poentinge de hoofdelijke omslag van de belastingen die moesten worden opgebracht

poentinge het aanbrengen van gaatjes

poep(in) arbeider (vaak uit Duitsland afkomstig) –in is een vrouwelijke arbeidster

poepen afkomstig van büben, Duits voor “jongen”, ook hannekemaaiers ( grasmaaiers uit Duitsland)

poerbus specerijen (strooi)bus

poertwachters poortwachter

poest stal voor koeien met melkschuur

poeta dichter

poete hoer, prostituee

poète courtisan hofdichter

poffet aanrecht, buffet

poilledeine kalkoen

poinct punt, stip, verhandelstuk

poinctijnghe berekend het belasting deel van ieder die men verschuldigd was aan de vorst

poingnaert korte puntige dolk, ponjaard

pointer zetter der belastingen

pointwerk klein karweitje

poirter poorter

poirtmeester burgemeester

poit betaalmiddel, kleine munt uit ca 1615

poke zie pook

pokhuis ziekenhuis voor lijders aan syfilis

pokken syfilislijder, besmettelijke ziekte

pokmok scheldwoord voor een door syfilis verminkt persoon

pol hoerenloper, bezoeker van bordeel

pol bedrogen echtgenoot

polaex strijdbijl

poldergrave poldersloot

polentarius brouwerijknecht

poleren polijsten

poleye katrol, windas van een kraan

police bestuur, regering

police van assurantie verzekeringspolis

policie de verordening waarbij het geregeld wordt

poligamie veelwijverij

polijt net, beschaaft, geslepen

polinier poelier, verkoper van geslacht gevogelte

politie burgerschap, burgerlijke regering, burgerstand

politieke resolutie (bij) bij besluit van het stadsbestuur

politijcq burgerlijk

poliz verzekerbrief, verzekeringsbewijs, polis

pollagier zie poelagier

polleie martelwerktuig, verdachte werd uitgerekt met dit apparaat

polleye zie paleye

polleye katrol

pollicitatie belofte

pollinctor doodgraver

pols polsstok

polye kratrolblok

pomarius groentehandelaar, fruithandelaar

pome soort appel, deze droeg men bij zich tijdens bezoek aan besmette persoon

pomeridianam na de middag

pomeridianus s middags

pomme de terre aardappel

pomp afsluitbare duiker

pompa funebris begrafenisstoet

pompe statie, pracht

pompeux prachtig

pond betaalmiddel,
1 pond = 20 schellingen, sous, 1 pond = 240 penningen, derniers (d)
ook gewichtsmaat, 1 pond = 16 ons, = 430-494 gram


pond (medicinale) gewichtsmaat, 1 pond = 12 ons

pond (oude ) gewichtsmaat,
32 pond = 13 kg, 1 pond = 406 gram, 0,437 voor boter


pond Vlaams betaalmiddel, in 1700, 1 pond = één gulden

pondegoedskooper handelaar in vodden en lompen

pondelmaker kopersmid

pondemaat Friese landmaat, 1 pondemaat = 240 vierkante koningsroeden, in 1812 is de pondmaat vastgesteld op 0,3674 ha

ponden schatten, taxeren, begroten, berekenen

pondereren overwegen

pondgaarder verkoper van graan van derden

ponjaard korte puntige dolk

ponsoen graveer - of etsnaald

pont platte vrachtschuit op de binnenwateren, ook als veerboot te gebruiken

pontgelt aandeel in een hoofdelijke aanslag

pontifex bisschop

pontificaal pauselijk, priesterlijk

pontsnider zakkenroller

pooi pui

pook wolmaat voor handel in Engelse wol,
1 pook = 1/3 scarpelier


poortbaljuw stadsbaljuw

poortclocke grootte bel boven de stadspoorten

poortdinge rechtszitting op vaste tijden, meest drie - of viermaal in het jaar

poorterbrief een door de overheid aan een poorter uitgereikte verklaring, dat hij burger is

poortergelt een soort belasting om zijn poorterschap te behouden

poorters inwoners van een stad, iemand die binnen de stadspoorten woont

poorterscamer gevangenis voor poorters, ook de woning van een poorter

poorterschap toestand van stedeling, rechten en verplichtingen van een burger, burgerrecht

poorterskint kind van een poorter

poortersneringe nering die in de steden alleen aan burgers is vergund

poorthoeder poortwachter

poortklerk stadssecretaris

poortman poortwachter

poortschrijver beambte die lijst opmaakt van in- en uitgaande burgers

pop stropop voor het dichten van gaten onder de pannen tegen stuifsneeuw

popelbomen populierenhout

popinarius verkoper van gekookt en gebraden vlees , ook gaarkeuken

popmokmeester kwakzalver die dacht geslachtsziekten (venuskwalen) te kunnen genezen

populair gemeenzaam, slechtaard, volks

populeus volkrijk

populus 2e week van de advent

por afk. prior

porpointe zie porponte

porponte wambuis dat de krijgslieden onder de halsberg droegen

portatijf kamerorgel

portaverunt hebben wettelijk en erfelijk overgedragen

porte-epée degenriem

porte-manteau staande kapstok

porterbrief zie poorterbrief

porterbrief zie poorterbrief

porthuus stadspoort

portie gedeelte

portwech opengang om van een perceel naar de openbare weg te komen

poseren zetten, stellen

positie stelling, stand

positijf gesteld, stellig, het geen men behoord te zetten, of waardig gesteld te worden

possederen in het bezit hebben, bezitten

possesseur bezitter

posseßie bezit, bezitting, eigendom, landgoed

possessoir bezittelijk, recht om te bezitten, het bezit betreffende

possessor bezitter, eigenaar, houder

poßibel mogelijk

poßideren bezitten

post na, sedert, nadat

post alium na de andere, na het andere

post denuntiationem ternalem na de drie roepen

post hominum memoriam sinds mensenheugenis

post meridiem na de middag

post partum na de bevalling

post prandium na de middag

post sciptium naschrift

post susceptum baptismum na het ontvangen van het doopsel

post trinam proclamationem na de drie huwelijksafkondigingen

post(h)uma post(h)umus

post(h)umus, postuum, geboren na de dood van de vader

postea naderhand

posteri nakomelingen

posteritas nakomelingschap

posteriteit nakomelingschap, afkomst

posterne geheime deur, achterdeur

posterus later

posthumus een kind dat na de dood van zijn vader geboren werd

postille uitlegging, korte verklaring

postmeridianus s middags

postmis, zie posthumus

postponeren uitstellen, achter stellen, verschuiven

postquam nadat

postridie daags daarop, op de volgende dag

postuir stal, gestalte

postulant eiser, verzoeker in een rechtszaak, aanzoeker om een post.

postulata begeerten, eisen, vereisen

postulatie afeisen, afvorderen, eisen

postuleren zie postulatie

postumus zie posthumus

pot inhoudsmaat vloeistoffen = ca 1,5 ltr

potage eenvoudige spijs, kan zowel met groente als met meelspijs zijn bereid

potas ingedikt restant van uitgeloogd houtas om aardewerkpotten waterdicht te maken

potens facere handelsbevoegd

potent machtig, vermogend

potentaat geweldheer

potentie vermogen, macht

pothuis halfbovengrondse uitbouw boven een kelder

pothuve pothelm

potje inhoudsmaat, 1 potje = ca 1/16 kan

potmeester armenvoogd

potschuit open schuit, met een boom wordt vooruit geboomd

pottagelepel groente opscheplepel

potter pottenbakker

potteslijtster verkoopster van potten

pounder zie unster

pour acquit voor ontvangst voldaan

pour cause niet zonder reden

pour suit navolging, vervolg

poursuiveren vervolgen, najagen, aanhouden

pousseren aanstouwen, aandrijven

practicijns advocaat, notaris, rechtsgeleerden

practicus medicus

practijk bewerking, handelgreep, onderwind, handhaving

practizijn bewerker, uitwerker, recht beoefenaar

prädikat kenteken, bv AVon@ bij Duitse adel

præ, pre voor

præ. afk.praeceptor, schoolmeester, onderwijzer

præceptor schoolmeester, onderwijzer

præco omroeper

præcox partus te vroeg geboren

præcursor Christi Johannes de doper

praedicta zie pædictum

praedictus zie pædictum

prædio gisteren

præenobilis domina weledele vrouwe

præfectus beheerder, voogd

præfectus voogd

prægnans zwanger

prælegatum vooruitmaken

præminentie voortreffelijkheid

præmissis proclamationibus na de roepen, na de huwelijks -afkondigingen

præmissis tribus bannis na de roepen, na de 3 huwelijks -afkondigingen

praemittendis nadat gezegd was, wat gezegd moest worden

præmunitus voorzien van

prænobilis edele, edel

praenobilis dominus weledele heer

præpositus geestelijk een rang lager dan abt

præsens(ntis aanwezig, tegenwoordig

præsentes in aanwezigheid van

præsentibus in aanwezigheid van

præsentibus (ut) testibus in de aanwezigheid der getuigen

praesentie zie præsentes

praeses zie præses

præses president, voorzitter, hoofd

præsidiarius behorend tot het garnizoen

præstes leider

praet, preet weide

praetendens aanstaande (echtgenoot)

praetendentis van de aanstaande (echtgenoot)

prætenderen eisen, voorwenden, afvorderen, rechtswanen

præter uitgezonderd, min , wegens, behalve

prætor, pretor schout, burgemeester, beheerder, voorzitter

prætorium stadhuis

prævenieringe voortzetting

prævia dispensatione na het verkrijgen van de dispensatie

prævie tevoren

præviis sponsabilus et tribus banis voorafgegaan door ondertrouw en door de 3 huwelijksafkondigingen

præviis tribus bannis voorafgegaan door de 3 huwelijks -afkondigingen

prævius voorafgaand

prævus tribus bannis na de drie roepen

prairial mei

prata zie prati

prati wei, weide, weiland, weiden

praxator brouwer

praxis daad, doening, oefening

pre voor

pré-gelt soldij

prealable vooral, eerst

prebendarius zie prybende

prebende recht op proviand, mondkost,
ook op rente
ook prove, inkomsten, priesterlijk inkomen


prebere aanbieden

precario ter bede

precarium belasting

precedens voorafgaande

precedent voorgaande

precedente met het voorafgaande, voorrang, voortred

precederen voorgaan

precelleren te boven gaan, uit muiten, overtreffen

precept gebod

preceptie bevel, bevelen

preceptor meester, leraar, leraar klassieke talen

preceptoraat leraarsambt

precijs juist, stip

precipitatie overijling, verhaasting

precipiteren overijlen, neerstorten, verhaasten

precium de prijs, de waarde

preco omroeper

predecesseur voorganger, voorzaat

predestinatie voorschikking, voorbestemming, voorbeschikking

predestine(e)ren voorschikken

predicant voorganger, uitroeper, preker

predicatie voorlering, leerreden, preken, verkondiging

predictie voorzegging

predikheerin witte non, behorend tot de orde van de Predicheeren, (Dominicanen / Jacopijnen)

preëminentie uitstekendheid, voortreffelijkheid, uitsteek

preet weide

preferentie voordeel, voordeling, voortrekkerij

prefereren voordelen, voortrekken, meerachten, voor een ander gaan, de voorkeur geven

prefigeren voorbestemmen

prefixie zie prefigeren

pregnant dringende, zwanger, zinrijk, overmatig, scherp geformuleerd

preimeren doden, te niet doen, uit doen

preintimare opzeggen, van te voren aankondigen

prejudiceren beschadigen, veroordelen

prejuditie nadeel, vervoordeling , achterdeel, vooroordeel

prelaat kerkvoogd

prelaet abt

prelaters bestuurster van een stift (klooster)

prelature kerkvoogdij

prelecture voorlezing

prelegaat erfmaking ter bevoordeling boven anderen van gelijke graad

prelegateren vooruitmaken, bij prelegaat vermaken

preludium voorspel, voorteken, voorloper, inleidend stuk

prematuir onrijp, ontijdig, voorbarig, te vroeg

premie wedde, loon, prijs, verering, verzekerd geld, beloning,

premier eerste

premier témoin eerste getuige

premissen voorzendingen, het gene voor henen gaat

premitteren voorzenden, voor heen zenden, voorafzenden

premium pudicitiae kransgeld

prender rover

prent houten koekvorm om figuren te maken, bv sinterklaaspop

preoccupatie voorkoming, vooropneming, voorinneming

preparatie toebereiding, voorbereiding, gereedschap, bereiding

preparatoir toebereid, bij voorraad

prepareren, toebereiden, voorbereiden

prepositie voorzetsel

prepositus proost

preposteratie verkeerd omdoen

prepostere verkeerd, het achterste voor

prerogatijf voordeel, voorrecht

presatie voorreden

presbyter ouderling, priester

presbyteriaal beginsel beginsel dat de kerk wordt bestuurd door de kerkelijke vergadering

presbyterium college van ouderlingen

prescientie voorwetenschap, voorwetendheid

prescriberen voorschrijven, verjaren

prescriptie verjaring, bevel, voorschrijven, verordening, ook verjaring, verlies van een recht omdat er niet bijtijds gebruik van is gemaakt

presdicte voornoemde

present tegenwoordig, een geschenk

presentatie aanbieding, overdragen

presenteren aanbieden, overdracht

presentia aanwezigheid, deze akte

presentibus testibus in aanwezigheid van de getuigen

presentie tegenwoordigheid, aanwezig

presentie van (ter) in aanwezigheid van

preservatie behoeden voorbehoeden, bewaring

preservatijf voorbehoedend bewarend

preserve(e)ren preserveren, behoeden, behouden, beschutten

preses preses, voorzitter, opperste

president president, voorzitter, raadshoofdman

presidentie voorzitting, leiding geven

presideren voorzitten, leiding geven

presser drukker

presseren achter de vodden zitten, spoedeisend, dringend, haast hebben

prestantie overtreffen

presteren betonen, te weeg brengen, volvoeren, goed doen

prestito juramente solemni naar behoren de eed afgelegd

presumeren vermoeden, aannemen, ervan uitgaan, wanen

presumptie presumptie, vermoeden, waan, laatdunkendheid

presumptueux verwaand, vermetende, laatdunkend

presupponeren vast stellen, voor heen bedingen, vooronderstellen

presuppositie vaststelling, voorbeding, vooronderstelling

pretendieren beweren, voorwerpen, aanspraak maken op

pretenselick zogenaamd,

pretentie aanspraak

pretentie eis, afvordering (verlangen), voorwending, rechtswaan

preteriëren voorbijgaan

pretext deksel, voorwending tot een schijn, tot een dekmantel

pretieux kostelijk, dierbaar

pretium, precium de prijs, de waarde

pretor burgemeester, provoost

preuve proeve, bewijs. item, geestelijk inkomen

prevaleren overtreffen, te boven gaan

prevaricatie overtreding, te buitengaan, vergrijping

preveniëren voorkomen

preventie voorkoming

prevoost zedenstraffer, tuchtvoogd, tuchtmeester, drost, geweldige

pridie daags (er) voor, gisteren

pridie nata de dag er voor

priem de tijd tussen 5 en 9 uur >s morgens

priemdrager moordenaar, struikrover

priestrage pastorie

prijs boecken waarin de zetters de 'prijzen' (schattingen) van landerijen optekenden

prijsers schatter

prijsie schatting

prijster taxateur van goederen

prikskenbroot klein broodje, voor een prikje gekocht

prima de eerste dag (van de maand)

prima hora de eerste uren na zonsopgang, hebben vooral de belangstelling in de kloosters

prima noctis één uur 's nachts

primaat opperkerkvoogd, eerste, hoogste geplaatst

primo ten eerste, aanvankelijk, de eersten

primogeniture eerstgeborenschap, eerstgeboorterecht

primogenitus eerstgeboren

primogenituur eerst geboorterecht: voorrang van kinderen uit een eerste huwelijk

primus eerste, voorste

princeps prins

principaal voornaamste, zaakwillig, zelf schuldig

principaelbrief de perkamenten brief, waarbij een andere brief, die daarin iets wijzigt, getransfixeerd is.
ook een acte die wijzigingen brengt in een andere of oudere acte .


principie beginsel

princken loeren

prins prince, vorst, voogd, hoog. overheid

prinsdach dag waarop de prins in de rederijkerskamer een dicht wedstrijd uitschreef

prinsen daalder munt 17e-18e eeuw , gelijk aan 37 soms 35 stuivers

priore anno het jaar tevoren

prisatie waardering

prisen schatten, taxeren, waard achten,

prisen (iet) goedkeuren.

priser zie priseren

priseren waarderen, schatten

prisering zie prisie

prisie schatting, taxatie, vooral om te weten of daarmee een schuld of belasting kan worden betaald

prisieringe zie prisie

privaat toilet, ook gemak genoemd
ook afgezonderd, bijzonder


privatie ontneming, ontbering, beroving

prive bijzonder

priveren ontnemen, ontzetten, beroven

privigna stiefdochter

privignus stiefzoon, een uit een eerder huwelijk van de moeder geboren zoon, (van een andere vader dus )

privilege een bijzonder recht of vrijheid welk de landsheer verleende aan zijn leenmannen, steden etc.

privilegeren (iet) een voorrang, voorrecht aan iets verlenen.

privilegie voorrecht, handvest

priwelesiën privileges

pro voor, ten behoeve van, in plaats van

pro animae suae refrigerio tot verkwikking van zijn ziel

pro anno voor een jaar

pro contant voor gereed geld

pro deo gratis (om Gods wil)

pro expensis litis t.b.v. de kosten van...

pro iuribus pastoris voor pastoorsrechten

pro memoria ter herinnering

pro pe dicht bij

pro qua in wiens plaats, voor wie

pro quibus absentibus suppleverunt die bij hun afwezigheid vervangen werden door

pro quo zie pro quao

pro quo absente supplevit die bij zijn afwezigheid vervangen werd door

pro re nata naar de aard van de zaak

pro se et suis voor hem en de zijnen

pro tempore voor de tijd van

pro ut dat scripto zoals / opdat het schriftelijk gegeven is

proamita zuster van overgrootvader

proavia overgrootmoeder

proavitus van de voorouders geërfd

proavunculus broer van een overgrootmoeder

proavus overgrootvader

probabel bewijsbaar, waarschijnlijk

proband eerste persoon in een genealogie -overzicht

probatie proeftijd, beproeving, zich bewijzen, proef

probator munt keurmeester

probatum est het is proefondervindelijk goed gebleken

proberen beproeven, bewijzen, waarmaken

probleme leerbeeld, vraagstuk, werkstuk, vertoog, voorstel, vraagstuk

proc. afk. procurator. volmachthebber, plaatsvervanger, advocaat, woordvoerder

procarius varkenshoeder

procedeerde uuyt voortkwam uit, gevolg was van

procederen voortgaan, voortvaren, dingen, pleiten, bevorderen

procederende personen dinglieden

procedure voorgang, dingtaal, pleithandel, bepleiting

proces geding

proceßie ommegang

proche voisin du defunt naaste buur van de overledene

prochiepaep parochiepriester

prochipaep pastoor

prochischoole school behorend tot de parochie of kerspel

prochyaens parochianen

proclamatie uitroep

proclamatio, -ionis afkondiging

proclameren proclameren, uitroepen

procrastinatie verdaging, uitstellen

procreare verwekken, in het leven roepen, voortbrengen

procreatie teling, voortplanting, verwekken van kinderen

procreatores ouders

procreeren,( te…,) te verwekken, zich voortplanten

procul ver

procula zie procul

proculatorium volmacht

procuratie voorzorg, volmacht, last

procuratie ad lites volmacht om een proces te vervolgen, ook volmacht bij geschillen

procuratie ad negotia schriftelijke volmacht om zaken af te handelen, ook volmacht om enige zaken te beschikken

procuratie apud acta algemene volmacht om zaken af te handelen

procuratio machtiging

procurationis zie procuratio

procurator volmachthouder, plaatsvervanger, advocaat, woordvoerder, gemachtigde

procureren verzorgen, voorzorgen

procureur verzorger, pleitbezorger, volmacht, taalman, gevolmachtigde

procureur generaal algemeen verzorger, gemeenteverzorger

procuvata voortgekomen,

prodigaliteit verkwisting

prodige deurbrenger, kwistgoed, verkwisten, niet ontzien

prodige(e)ren verkwisten, kwistig zijn met, niet ontzien

prodigeus wanschapen, wonderbaarlijk

prodigus verkwister (goederen zijn door het gerecht ontnomen)

prodogi goederen van iemand die onder curatele is geplaatst vanwege verkwisting

product uitbreng, uitkomst, uitgebraakte

productie voortbrenging

proef bewijs

proefmeester ambtenaar door de gilden aangesteld tot het examineren van hen, die als lid willen worden opgenomen

proefpredicatie voorbereidingspreek, voorafgaande aan de viering van het heilig avondmaal

proeve bewijs

proeven (iet). bewijzen.

profaan onheilig, werelds, godloos, ongodsdienstig

profaneren ontheiligen, ontwijden

profereren uitspreken, uitten, voortbrengen

profes vrouw die een kloostergelofte heeft afgelegd

profeßie belijdenis, voorgeving, ambt, aangenomen dienst

professor hoofdleraar, opperleraar, hoofdschoolmeester, hoofdbevorderaar, landsleraar

profesto (in) de dag voor het feest

profiteren vorderen, winning doen, winnen

proflige(er)en neerslaan, neerwerpen

profluge(e)ren ontspringen, voortvloeien

profossionis suae van beroep

profuge toevlucht, voorvluchtig

profusie kwistig, verplenging, overvloed, overdaad, verkwisting

progener vader van de afstammeling

progenerare verwekker

progenetrix stammoeder

progenie geslacht, afkomst

progenies nageslacht, afstammeling

progenitor stamvader

progenitus nageslacht, zoon, afstammeling

prognosticatie voorkennis, voorduiding

prognostiqueren voorkennen, voorduiden, voorspellen

progredie(e)ren voortgaan, voortschrijden, vorderen

progreßie voortgang

prohebitief verbieden, terughoudend.

prohibe(e)ren zie prohebitief

prohibitie verbod, verbod op invoer van bepaalde goederen

proiven zie; proeven

proje buit, roof, opbrengst van misdaad

project voorwerp, ontwerp

projecteren voorwerpen, ontwerpen

projiciëren, zie projecteren

prolandus de te ondervragen persoon

prolaps verzakking

prolatie voortbrenging

prolegomena voorreden, inleidende opmerkingen, voorstudie

proles nakomeling, afstammeling, kinderen
ook gezien als onecht kind


proles illegitima onwettig kind, bastaard

proles naturalis wettig kind

proles spuria onwettig kind, bastaard

prolis kind, nakomeling

prolix wijdlopig, langzaam, breedsprakig

prologe voorrede, voorwoord, voorspel

prolongatie verlenging, termijn verlenging

prolongeren zie prolongatie

promatertera zuster van de overgrootmoeder

promeridianus in de voormiddag

promißio belofte, toezegging

promittent hij die de promesse ondertekend, die belooft

promitteren toezeggen, beloven

promocondus keldermeester

promoteur voorsteller, voordenaar = die iets bevordert ?,

promotie bevordering, voorzetting, rang verhoging

promotor bevorderaar, hoogleraar bij promotie

promoveren bevorderen, voorzetten

prompt gezwind, zonder hakkelen

promptitude vaardigheid

promulgatie verkondiging

promulgatio afkondiging van een huwelijk

promulgeren verkondigen

promus keukenmeester

pronepos achterkleinzoon, achterneef

proneptis achterkleindochter, achternicht

prononceren uitspraak doen van vonnis, bekendmaken

pronunciata getuigenissen

pronunciatie uitspraak, uitspreken

pronunciëren uitspreken, vonnis geven, uitwijzen

pronuntiatie uitspraak

pronuros vrouw van een kleinzoon

proosdij woonhuis van de proost

propagatie voortplanting, uitbreiding, verbreiding

propago nageslacht

propatruus broer van de overgrootvader

proper klein, dun, net

propheet godstolk, voorbode, voorzegger

propheteren voorzeggen, waarzeggen, preken, voorboden

prophetie voorzegging, openbaring, voorboden

propia persona in eigen persoon

propice goedgunstig, toegedaan

propinquitas nabijheid, bloedverwantschap, verwantschap

propinquus verwant

proponent nog niet beroepen theoloog, ook voorsteller, beginnend leraar

proponeren voorzetten, voorslaan ( voorstellen), voorhouden,

propoost voornemen, voorhebben, onderwerp van gesprek

proportie evenredigheid, gelijkmatigheid, voordeling, evenheid, evendeling

proportioneren evenredigen

proposeren voorstellen

propositie voorstel, voorstelling, uitgesproken oordeel, stelling

proposten uiteenzetting, voorstelling van zaken

proprie eigenlijk

propriétaire zie proprietarius

proprietaris zie proprietarius,

proprietarius eigenaar

proprietas eigenschap

propriété eigendom

proprium eigen, eigenschap, ook wisselende gezangen van de mis, deel van het brevier

propter wegens

proquibus voor wie

proreta kapitein

prorogatie uitstel, verlenging, ook een voorovergeefverzoek, verdaging

prorogatie van jurisdictie overdracht van rechtsdwang, daar bij men in de rechtsdwang, van een hogere rechter bewilligt opschuiving van een geschil naar een hogere rechter

prorogeren uitstellen, verlengen

prorogieren verdagen, verlengen, verschuiven

prosapia verwantschap, geslacht

prosateur prozaschrijver

proscinderen afsnijden

proscriberen verbannen, wegzenden, vogelvrij verklaren, uitsluiten

proscript vogelvrij verklaarde, door de ban getroffen

proscriptie ban, verbanning, vogelvrijverklaring

prose rijmloos, onberijmd, onrijm

prosectie ontleding opensnijden van lichaamsdelen

prosecutie gerechtelijke vervolging

proseliet bekeerde, door een ander overgehaald om tot ander geloof over te gaan

proselitismen bekeringsijver, zieltjes winnen

prospereren prospereren, welvaren, veroveren

prosperiteit voorspoed, welvaart, voorspoedig

prosterneren neerwerpen, neder knielen, een voetval doen

prostratie voetval, eerbiedig neerknielen

protavus bet -overgrootvader

protecteur beschermer

protectie schut, beschut, bescherming

protegeren beschermen, beschutten

protest voorbetuiging, wederspraak, aantijging, tegen getuigenis, beklag

protestatie tegenspraak, onschuld-getuigenis, vrijwaring betuiging, betuigkennis, protest,

protesteren voortuigen, weerspreken, verwerpen, zich zelve ergens tegen beklagen

protestieren protesteren, tegenspreken

protexie, zie protectie,

prothocol schrijfboek, kladboek, schrijfrol, beworpbouk ?

prothocolleren te boek stellen

prouffyten voordelen, opbrengst(en)

prout inde selve (ibidem) zoals in de zelfde

prout numero onder nummer....

prouveren bewijzen, aantonen, doen blijken

prouwelijzer wafelijzer voor de prouwel-wafel op te bakken

provenue inkomst

proverbe spreekwoord, spreekwijs, spreuk, bijspreuk, wijszaak

proviant voorraad

provident voorzienig

providentie voorzienigheid, voorziening

provideren voorzien

provincia landschap, verheerd landschap ?

provincialen-raad landzatigen raad, landschapsraad

provintie provincie

provisie voorziening, voorraad, zaak voerloon, vooreerst, tijdelijke voorziening, vergoeding

provisie (bij) voorlopig, bij voorlopige voorziening

provisioneel bij voorraad, vooreerst, tot opzeggen toe

provisionele voorlopige

provisoor opsiender ?

provisor puerorum voogd

provisoren voogden

provisus voorzien van (de sacrament van de stervenden)

proviteiten voordelen

provocatie provocatie, uitdaging, porring, beroep

provoceren in hoger beroep gaan

provoost gerechtelijk ambtenaar, zoals ambtman en baljuw
ook gevonden opzichter van orde en tucht in een legerplaats
ook militaire gevangenis, (onder streng arrest)


provoqueren, provoceren, uitdagen, porren

proxeneta tussenhandelaar

proximo die de volgende dag

proye buit, roof

prudent voorzichtig

prudentia voorzichtigheid

prurietschap ontucht plegen

prybende kerkelijke titel waaraan inkomsten uit kerkgoederen verbonden zijn

pryculeus gevaarlijk

prysenteren. voor te stellen

psaligraphie de kunst om figuren uit papier te knippen

pubertas huwbaar

publi publiek (bij notaris vermeld)

publicatie afkondiging

publiceren afkondigen, aflezen, bekendmaken

publijcq public, openbaar, het gemeeneigen, gemeentelijk, wereldkundig

puchveler perkamentbewerker

puckel van wilgentenen gevlochten visfuik

pudiek eerbaar, kuis

pudijk beschamend, schaamachtig, eerbaar

puella meisje

puella publica prostitué

puella pudica eerbare jonkvrouw

puellula klein meisje

puer kind, knaap

puera meisje

pueri kinderen

puëril kinderlijk

puerinus kind, knaap

puerpera zie puerperia

puerperia kraamvrouw

puerperis tijdens de bevalling

puerperium bevalling, kraambed

puerulus baby

pugna veldslag

pullemaat inhoudsmaat, 1 pullemaat = 1/120 ton = 1,4 ltr. ook bekend als kroes

pulpetum ladekastje / secretaire

pulveren fijnstampen

pumeel sierknop

punctueel geschikt, net op zijn stuk,zeer nauwkeurig

punctuëren aftekenen, afstippen

punctum stip

punicie zie punitie

punitie straf

punt lengtemaat, 1 punt = 1/12 Rijnlandse lijn =0,18 mm, na 1820 = 1,1 mm

punt artikel van een verordening

puntdeuren sluisdeuren

pupa klein meisje

pupil wees, pleegkind

pupill halve wees, moederloos, pleegzoon

pupillariteit onmondigheid

pupillus moederloos, wees van moederszijde

pupula zie pupa

pupulus zie pupus

pupus kleine jongen

purgatie zuivering, lossing, bevordering van de ontlasting, buikzuivering

purge verschoning van noodzuim ?, zuivering (voor het gerecht, van een beschuldiging)

purge zuivering

purgeren zuiveren, lossen, verschonen

purificatie reinmaken, vervulling, zuiveren, zuivering

Purificatio Maria Lichtmis, 2 februari

purificeren reinmaken, vervullen, zuiveren

puritein zuiver, zuiver van geest, vrijgeest

puriteit zuiverheid

purpur heraldiekteken, kleur, aangegeven door lijnarcering van linker schuinlijnen

pusio kleine jongen

pustulae puisten

putaker putemmer

putaker zie aker

putatief zie putatyf

putatyf achtenderwijs, vermeintelijk?( vermeend), ingebeeld, ondersteld

pute lichtekooi, hoer

puteus gat, put

putgalge houten paal naast waterput met V vork aan bovenzijde, waarin stok om water op te halen

putier souteneur

putimo orto dadelijk na de geboorte

pütner kuiper

puuc beste soort laken of wol

puur puur, zuiver, helder, onschuldig

puut kikvors

puutbeitel puntijzer om kleine gaten in natuursteen te maken

pylenschaften pijlschachten voor een boog

pynkelder folterkelder

pynychbanck pijnbank

pypebakker pijpen maker / bakker
pypkanne lurkkan